geen eens dichter bij de Derde Stad

Zomer en teint zijn onderweg
Zee omringt de stranden
Later op de dag bijna in de avond
Krijgt de stad van recht en vrede
haar oranjerode randen

Op de straat de Grote Markt
waar ik doorsteek naar het Spui
op weg naar whisky en verlangen
Ze schenken op het Plein

Loop je langs Van Stockum De Vries
herinnering aan zaterdagen
Het blad van tafel bezaaid met pennen
zoet en koffie
Wij
Een stoel ten westen van elkaar
Geladen poëzie

Zie Pathé
Hoor Irodion opsnijden
Rechts afslaan op fiets
tram, spoor en val vermijden

We hebben afgesproken
Tegenover de Japanner plek voor ijs besproken
Samen kijken naar wie instrumenten
voor zoon of dochter
of voor zichzelf koopt

Den Haag ken ik niet zo goed
ontwikkel leuke routes
Gin bij Millers mis ik wel
sinds ze bij de Korte Poten
de frietenwinkel hebben opgedoekt

Op Centraal aangekomen vanuit Leiden
zie ik Babylon en het Strijkijzer
wuift een skyline vol verleiding
Den Haag is tot ik wegblijven ga
minnares, bezit, de mijne

~taalluister~


Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.